Over het ontstaan van Harlingen
Omstreeks 1157 sticht Eilwardus Ludinga het klooster Ludingakerke in het dorp Almenum. De monniken graven grachten om de handelsvaart beter mogelijk te maken. De buurt ten westen van Almenum, Harlingen, wordt daardoor zó belangrijk dat deze in 1234 stadsrechten krijgt.
Harlinga
De naam Harlingen is vermoedelijk afkomstig van de state Harlinga. Twee eeuwen lang bestaat Harlingen, 'gelegen op een bogtigen uithoek der kust', in de schaduw van de universiteitsstad Franeker. Maar door de verbinding met de zee neemt de welvaart gestaag toe. Vroeger lag de stad westelijker dan vandaag, maar de zee slaat regelmatig land weg. In 1543 en 1565 breidt men uit in noordelijke richting, zodat de Noorderhaven de binnenhaven wordt, die hij nu nog is.
Caspar di Robles
Op de middag van 17 mei 1568 worden tot verbazing van de Harlingers 1800 Spaanse soldaten aan land gezet, die later in de slag bij Heiligerlee verslagen worden. De gehate Spaanse kolonel Caspar di Robles, door Alva hier als stadhouder aangesteld, gelast in 1574 verhoging van de dijken. In 1579 volgt een uitbreiding naar het oosten, mede door de toevloed van Vlaamse doopsgezinden die het roomse zuiden ontvluchten. Door deze uitbreiding die in drie maanden voltooid is, ligt de kerk van Almenum nu binnen de stadsvesten. De handelsvaart naar de landen om Noord- en Oostzee neemt toe en in 1598 wordt de stad weer uitgebreid, nu in zuidelijke richting.
Tjerk Hiddes de Vries
In 1644 komt de admiraliteit naar Harlingen. De Zuiderhaven krijgt het karakter van marinehaven. De vermaarde Tjerk Hiddes de Vries wordt er later luitenant-admiraal. De krijgsvaart blijkt echter van minder belang dan de handelsvaart. Talrijke schippers onderhouden beurtvaarten naar de Waddeneilanden, naar alle hoeken van de provincie en naar de Zuiderzeehavens, waarvan Amsterdam de belangrijkste is.
Van groot economisch belang
De stad kent veel nijverheid. Er zijn scheepswerven, bierbrouwerijen, zout- en zeepziederijen, steen- en pottenbakkerijen, kalkovens, graan- en zaagmolens. Maar zoals dat al eerder het geval was met de Hanzesteden aan de toenmalige Zuiderzee, wordt Harlingen in de volgende eeuwen voorbijgestreefd door Amsterdam en Rotterdam. Toch blijft Harlingen als kustvaart- en vissershaven met veel voorzieningen en het nieuw gegraven Van Harinxmakanaal van groot economisch belang voor Friesland.
Over de dorpen Midlum en Wijnaldum
In het vlakke land van Noordwest Friesland met op de achtergrond de robuuste zeedijk ligt het terpdorp Wijnaldum. Tussen Harlingen en Franeker ligt in de kromming van de oude rijksweg het dorp Midlum.
Midlum
Tussen Harlingen en Franeker ligt in de kromming van de oude rijksweg het dorp Midlum. Het dorp telt ruim 650 inwoners. Midden in het dorp staat op een restantje van de terp de dorpskerk van Midlum. Al in de twaalfde eeuw is deze kerk gebouwd, maar in de loop van de tijd is er veel aan veranderd. In 1988 is de kerk van binnen en buiten opgeknapt. De kerktoren is in 1999 gerestaureerd. Tegen de torenmuur staat nog een oude, goed bewaarde grafsteen met een (houtzaag-) molen erop.
Voor verdere informatie zie www.midluminfo.nl/
Wijnaldum
Wijnaldum is een dorp met geschiedenis en kent ongeveer 500 inwoners. De vondst van een grote fibula (mantelspeld) was het begin van een archeologisch onderzoek, waaruit bleek dat Wijnaldum al in de 7e eeuw een belangrijke vestiging was. In een archeologisch steunpunt in de oude consistorie is die geschiedenis in beeld gebracht.
Voor verdere informatie zie www.winaam.nl
Over het wapen en de vlag van Harlingen
Het stadswapen van Harlingen komt het eerst voor op een stadszegel uit 1426. De Harlinger vlag is, net als het stadswapen, eeuwenoud. Er is geen exact jaar aan te wijzen waarin de stad de vlag toegewezen kreeg of deze zelf 'ontwierp'.
Het wapen van Harlingen
Het wapen was een eigendomsteken en symbool dat documenten van de stad een officieel karakter verleende. De houder van een wapen was een rechtspersoon. Overeenkomsten werden 'bezegeld' door een afdruk van het wapen in rode was op documenten of als sluitzegel op perkamenten rollen en enveloppen. Dienaren en beambten van de stad droegen het wapen op ambtskleding, helm of pet.
Over het ontwerp van het wapen
Op het wapen staan gouden leliën. Deze symboliseren de Mariaverering. Daarnaast staan er rode kruisen op. Deze symboliseren de beschermheilige van de stad: St. Michael. Het wapen van Harlingen wordt regelmatig afgebeeld met St. Michael als drakendoder (de bestrijder van onheil) er naast. St. Michael moet dan worden afgebeeld als: 'Een gevleugeld Vrouwenbeeld...'. De leliën nemen een prominentere plaats in dan de rode kruisen van St. Michael. Dit omdat men Maria hoger achtte dan St. Michael.
De vlag van Harlingen
Er is geen exact jaar aan te wijzen waarin de stad de vlag toegewezen kreeg of deze zelf 'ontwierp'. In 1695 staat in de Nieuw Hollandsche Scheepsbouw van Carel Allard, een afbeelding van de vlag van Harlingen. In 1708 beschrijft de Dokkumer Gerrit Hesman een vlag bestaande uit drie banen die heel anders van kleur zijn: rood, wit en geel zonder blauwe zoom of wapen. In 1719 beschrijft een zekere David Mortier uit Amsterdam de Harlinger vlag: 'De gele middelbaan met in het midden het wapen, beslaat 6/8ste van de breedte en de blauwe banen onder en boven elk 1/8ste.' Naar alle waarschijnlijkheid heeft de vlag geleidelijk zijn huidige vorm gekregen.
Over het Stadhuis van Harlingen
Op de stadsplattegrond van Jacobus Laurentius, uit circa 1610, is op de plaats van het stadhuis een ander gebouw te zien. Volgens deze kaart stond er een stadhuis uit de renaissance met aan de Voorstraat een toren en aan de Raadhuisstraat een voorname trap.
De buitenkant van het Stadhuis
Het gedeelte aan de Noorderhaven is vermoedelijk kort voor 1730 grotendeels gesloopt om plaats te maken voor het huidige bouwwerk. De toenmalige stadsbouwmeester, H.J. Norel, bouwde in 1730 een nieuw stadhuis. De symmetrische gevel met in het midden de trap en de deur naar de hal, wordt boven het balkon bekroond met een verguld beeld van de heilige Michaël.
De raadhuistoren maakte deel uit van het oorspronkelijke stadhuis. Het gebouw tussen het ontwerp van Norel en deze toren dateert uit 1756. n de dertiger jaren van de 20e eeuw is de toen bouwvallige raadhuistoren afgebroken en opnieuw opgebouwd. Deze toren brandde in 1974 voor een deel uit en werd vervolgens gerestaureerd. In 1991 en 1992 werd het stadhuis in zijn geheel aan een forse opknapbeurt onderworpen.
St. Michael
Dat beeld is gesneden door Gerbrandus van der Haven. St. Michael is hier als drakendoder - bestrijder van onheil - uitgebeeld.St. Michael is de beschermheilige van de stad Harlingen , die dat ook van enkele andere havensteden is. De naam van St. Michael is nu onder meer nog verbonden aan de Rooms Katholieke parochie, die haar monumentale kerk heeft aan de Zuiderhaven, en de Rooms Katholieke basisschool. Ook in het straatbeeld van Harlingen komt St. Michael nog opvallend voor. Niet alleen is de gevel van het stadhuis aan de Noorderhaven bekroond met een verguld beeld van de beschermheilige. Ook aan de andere kant van het stadhuis is aan de Raadhuistoren St. Michael in een 17e eeuwse gevelsteen uitgebeeld.
Binnen in het Stadhuis
Begane grond, via de hoofdingang komt u in de ruime hal van het Stadhuis. In de hal ziet u een wapenbord van de officieren van de Schutterij te Harlingen, een scheepskanon uit de 18e eeuw en een instructiemodel van een driemaster voor de school voor wis- en zeevaartkunde.
Links bevindt zich de kamer van de burgemeester. In de schoorsteenmantel de attributen van de 'Gerechtigheid': een weegschaal, de bijbel en het zwaard. In deze kamer onder meer twee schilderijen van schepen uit de 19e en 20e eeuw. In de gang bevindt zich de keuken met een nog grotendeels originele 18e eeuwse betegeling, met Harlinger 'witjes'.
Wapenbord
Aan het einde van de gang is de kamer van de gemeentesecretaris. Hier ziet u onder meer de schilderijen; Aan de Noordzee van W.G.F. Jansen (Harlingen 1871-Blaricum 1949) en Huizen aan het water van J.H. van Mastenbroek (Rotterdam 1875-1945). In de schoorsteen een anoniem schoorsteenstuk voorstellende Aeneas redt zijn vader uit het brandende Troje. In de vitrine staan enkele gelegenheidsbekers en een 18e eeuws vroedschapsglas afkomstig van de Harlinger vroedschap (stadsbestuur). Op de verdieping ligt aan de noordkant de raadzaal. In het plafond treft u het stadswapen aan. De ramen bieden een fraai uitzicht op de Noorderhaven. In de raadzaal hangen verschillende portretten uit de 19e en 20e eeuw. Op de overloop treft u weer een wapenbord aan met de wapens van de officieren der Schutterij.
De eerste verdieping
Op de eerste verdieping bevinden zich de (oude) trouwzaal en de raadzaal. In de gang hangt sinds 2009 een tegeltableau van Harlingen. Dit tableau is vervaardigd door de Harlinger Tegelfabriek.
Aan de zuidkant van het gedeelte uit 1730 bevindt zich de (oude) trouwzaal. De techniek waarin het 18e eeuwse schoorsteenstuk is uitgevoerd wordt grisaille of witje genoemd en is een geschilderde stuc-imitatie. Aan de wanden bevinden zich behangselschilderingen met fantasielandschappen afkomstig uit het pand Noordijs 15. U kunt zien dat er oorspronkelijk een deur in de schildering heeft gezeten. Deze behangselschilderingen zijn vervaardigd door Nicolaas Baur (Harlingen 1767-1820).In de latere aanbouw van het stadhuis was tot het begin van de twintiger jaren van de vorige eeuw het politiebureau gevestigd. In die tijd verhuisde de politie naar het Noordijs 15. De raadzaal bevindt zich aan de zijde van de Noorderhaven.
Het Stadhuis bezichtigen
Het is mogelijk het stadhuis tijdens kantooruren te bezichtigen. U kunt zich daarvoor op werkdagen tussen 9.00 en 12.00 uur en tussen 13.00 en 16.00 uur melden bij de bode, ingang Noorderhaven 86. Het kan zijn dat sommige ruimten in gebruik zijn.